Cholesterol is een vettige substantie die onmisbaar in ons lichaam. Het bouwt namelijk onze celwanden op, vormt hormonen en vitamines en maakt daarnaast galzuren aan.
Waarom is het toch oppassen voor deze vetachtige stof? Wat is goed cholesterol en wat is slecht?
We kunnen grofweg twee soorten cholesterol onderscheiden waar bij de indeling en samenstelling wordt bepaald aan de hand van de hoeveelheid eiwitten (proteïnen) en vetten;
- High-Density-Lipoproteïnen (HDL)
- Low-Density-Lipoproteïnen (LDL)
High-Density-Lipoproteïnen wordt ook wel het goede cholesterol genoemd. De reden waarom HDL als ‘’goed cholesterol’’ wordt beschouwd is doordat het overmatige vetten in je lichaam absorbeert en afvoert naar de lever om deze vervolgens weer af te breken.
Daarom is het van belang om voldoende HDL cholesterol in je bloed te hebben om zo risico op hart- en vaatziekten te verminderen.
Je kunt HDL cholesterol bevorderen door voldoende onverzadigde vetten te eten zodat de hoeveelheid LDL cholesterol daalt en HDL verhoogt.
Wat is ‘slecht’ cholesterol?
Low-density-lipoproteïnen of LDL zijn kleine deeltjes die zorgen voor het transport van cholesterol van de lever naar de weefsels. Deze kleine deeltjes bestaan voor 80% uit cholesterol en voor 20% uit lipoproteïnen. Er is dus sprake van een lage dichtheid van lipoproteïnen.
De reden waarom mensen LDL ‘’slecht’’ cholesterol noemen is dat te veel van deze vetten zich nestelen in de aderen waardoor er blokkades kunnen optreden met een verhoogt risico op hart- en vaatziekten als gevolg.
LDL-cholesterol is een risicofactor voor slagaderziekte, terwijl HDL-cholesterol juist een gunstig effect heeft omdat het cholesterol afgevoerd kan worden.
Is het LDL-cholesterolgehalte in het bloed te hoog, dan kan het zich gaan afzetten in de binnenwand van slagaders. Dat gebeurt vooral op plaatsen waar de slagaderwand beschadigd en minder glad is. Hoe meer LDL-cholesterol in het bloed, hoe groter de kans op slagaderziekte.
Dit sluipende ziekteproces is de belangrijkste oorzaak van een hartinfarct en een beroerte. LDL transporteert cholesterol van de lever naar het lichaam, HDL brengt het overtollige cholesterol weer terug naar de lever om te worden afgebroken.
Let op, niet alleen de absolute waarde van je LDL cholesterol is van belang. Het staat in relatie met de hoeveelheid HDL cholesterol. Het is daarom nog belangrijker om naar het cholesterolratio te kijken dan alleen naar je cholesterolwaarden.
Hoe wordt de LDL getest?
Er wordt een buisje bloed afgenomen uit een ader aan de binnenkant van de arm, meestal in de plooi van de elleboog. Om deze ader goed te kunnen zien en voelen wordt een stuwbandje strak om de bovenarm getrokken. Door middel van een holle naald wordt er in de ader geprikt waardoor het bloed in het buisje wordt gezogen. De naald wordt maar één keer gebruikt en daarna vernietigd.